Vier het leven

Charles Haddon Spurgeon

En Ik geef hun het eeuwig leven, en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken (Johannes 10,28)

Wij geloven in de eeuwige veiligheid van de gelovigen. In de eerste plaats omdat ze van Christus zijn en Hij nooit Zijn schapen zal verliezen die Hij met Zijn bloed gekocht heeft en door Zijn Vader aangenomen zijn.

In de tweede plaats omdat Hij hen het eeuwige leven geeft. En als het eeuwig is, wel, dan is het eeuwig en kan er geen eind aan komen. Tenzij er een eind kan komen aan de hel, de hemel en God. Als het geestelijke leven kan uitsterven, dan is het duidelijk niet het eeuwige leven, maar een tijdelijk leven. Maar de Heere spreekt van eeuwig leven en dat sluit de mogelijkheid van een einde definitief uit.

Merk verder op dat de Heere uitdrukkelijk zegt: ‘Zij zullen niet verloren gaan.’ Zolang woorden een betekenis hebben, kunnen gelovigen niet verloren gaan. Het meest hardnekkige ongeloof kan met geen geweld de betekenis aan deze zin ontnemen.

Om de zaak compleet te maken, verklaart Hij daarna dat het volk in Zijn hand is. Hij daagt al hun vijanden uit om hen daaruit te rukken. Natuurlijk is dit onmogelijk, zelfs voor de vijand uit de hel. Je moet veilig zijn in de hand van een almachtige Zaligmaker.

Zie het als je taak om zowel vleselijke angst als ook vleselijk vertrouwen uit te bannen en met vrede te rusten in de palm van de hand van de Verlosser.