Dit geloven wij
De Baptistengemeente Texel aanvaardt uitsluitend als grondslag voor geloof en wandel, de geopenbaarde waarheid van God, wat volledig verwoord is in de Bijbel.
Als belijdenis van haar geloof verklaart de Baptistengemeente Texel het volgende:
- We verklaren dat het Evangelie dat aan de Kerk is toevertrouwd, in de allereerste plaats Gods Evangelie is (Marc. 1:14; Rom. 1:1). God is de Auteur ervan, en Hij openbaart het aan ons in en door zijn Woord. Het gezag en de waarheid van het Evangelie berust op Hem alleen.
We ontkennen dat de waarheid of het gezag van het Evangelie voortkomt uit welk menselijk inzicht of bedenksel dan ook (Gal. 1:1-11). Ook ontkennen we dat de waarheid of het gezag van het Evangelie berust op het gezag van welke specifieke kerk of welk menselijk instituut dan ook. - We verklaren dat het Evangelie de verlossende kracht van God is en dat het Evangelie verlossing bewerkstelligt voor iedereen die gelooft, zonder onderscheid (Rom. 1:16). Deze doeltreffendheid van het Evangelie berust op de kracht van God Zelf (1 Cor. 1:18).
We ontkennen dat de kracht van het Evangelie berust op de welbespraaktheid van de predikant, de bekwaamheid van de evangelist, of de overtuigingskracht van verstandelijke redenering (1 Cor. 1:21; 2:1-5). - We verklaren dat het Evangelie vertelt dat alle mensen zich in een staat van zondige opstandigheid tegenover God bevinden, die voor ieder persoon zal leiden tot eeuwige verlorenheid onder Gods veroordeling, als daarin geen verandering komt.
We ontkennen elke afwijzing van de zondigheid van de menselijke natuur of elke bewering van de natuurlijke goedheid, of goddelijkheid, van het menselijk ras. - We verklaren dat Jezus Christus de enige weg tot verlossing is, de enige Middelaar tussen God en de mensheid (Joh. 14:6; 1 Tim. 2:5).
We ontkennen dat ook maar iemand gered wordt op enige andere manier dan door Jezus Christus en zijn Evangelie. De Bijbel biedt geen hoop dat oprechte gelovigen van andere religies gered zullen worden zonder een persoonlijk geloof in Jezus Christus. - We verklaren dat de Kerk de opdracht heeft gekregen van God en daardoor de heilige plicht heeft het Evangelie te prediken aan alle levende personen (Luc. 24:47; Matth. 28:18,19).
We ontkennen dat er ook maar één specifieke groep personen is, die – wat de etnische of culturele identiteit ervan ook is – genegeerd of overgeslagen mag worden in de prediking van het Evangelie (1 Cor. 9:19-22). God heeft een wereldwijde Kerk voor ogen die bestaat uit mensen van elke stam, taal en natie (Openb. 7:9). - We verklaren dat geloof in Jezus Christus als het Goddelijk Woord (of Logos, Joh. 1:1), de tweede Persoon van de Drie-eenheid, eeuwig en één in wezen met de Vader en de Heilige Geest (Hebr. 1:3), van fundamenteel belang is voor geloof in het Evangelie.
We ontkennen dat een visie op Jezus Christus waarin zijn ten volle God-zijn wordt gereduceerd of afgewezen, het geloof van het Evangelie is of voldoende zal zijn tot verlossing. - We verklaren dat Jezus Christus God is, geworden tot vlees (Joh. 1:14). Als afstammeling van David, geboren uit een maagd (Rom. 1:3, Luc. 1:26,27), had Hij een echte menselijke natuur, was Hij onderworpen aan de Wet van God (Gal. 4:5), en was Hij in alle opzichten zoals wij, met uitzondering van zonde (Hebr. 2:17; 4:14-16; 7:26-28). We verklaren dat geloof in het werkelijke mens-zijn van Jezus Christus van essentieel belang is voor geloof in het Evangelie.
We ontkennen dat ook maar iemand die het mens-zijn van Christus, zijn vleeswording of zijn zondeloosheid ontkent, of die verkondigt dat deze waarheden niet essentieel zijn voor het Evangelie, gered zal worden (1 Joh. 4:2,3). - We verklaren dat het verzoeningswerk van Christus, Zijn dood aan het kruis en Zijn opstanding uit de dood het belangrijkste onderdeel is van het Evangelie. We verklaren dat Jezus Christus, in zijn gehoorzaamheid aan de Vader, een volmaakt offer bracht en daarmee de Vader genoegdoening verschafte door te betalen voor onze zonden en daarmee aan Gods gerechtigheid volkomen voldeed. We verklaren dat dit in overeenstemming was met Gods eeuwige plan.
We ontkennen dat enige visie op het verzoenoffer waarin Christus’ genoegdoening van Gods gerechtigheid, plaatsvervangend voor gelovigen bewerkstelligd, wordt afgewezen, verenigbaar is met de leer van het Evangelie. - We verklaren dat het verlossende werk van Christus zowel zijn leven omvatte als de dood die Hij in onze plaats stierf (Gal. 3:13). We verklaren dat geloof in de volmaakte gehoorzaamheid van Christus waardoor Hij voor ons alle verplichtingen van de Wet van God vervulde, essentieel is voor het Evangelie.
We ontkennen dat onze verlossing louter of exclusief is bewerkstelligd door de dood van Christus, zonder te verwijzen naar zijn leven of zijn volmaakte rechtvaardigheid. - We verklaren dat de lichamelijke opstanding van Jezus Christus uit de dood tot de kern van het Bijbelse Evangelie behoort (1 Cor. 15:14).
We ontkennen de geldigheid van ieder zogenaamd Evangelie waarin de historische realiteit van de lichamelijke opstanding van Christus wordt ontkend. - Wij verklaren dat de opstanding van Jezus Christus de overwinning is op de dood, de zonde en de boze machten. We verklaren dat de opstanding van Jezus Christus de basis is voor de wedergeboorte van alle mensen die geloven in het verzoeningswerk van Christus. We verklaren dat de opstanding van Jezus Christus de garantie is voor de opstanding van alle gelovigen die in Christus gestorven zijn.
Wij ontkennen dat de dood het laatste woord heeft en dat het leven van een kind van God eindigt bij de dood. - We verklaren dat de Bijbelse leer van rechtvaardiging uit geloof in Christus alleen essentieel is voor het Evangelie (Rom. 3:28; 4:5; Gal. 2:16).
We ontkennen dat ook maar iemand het Bijbelse Evangelie kan geloven en tegelijkertijd de apostolische leer van rechtvaardiging uit geloof in Christus alleen kan afwijzen. Ook ontkennen we dat er meer dan één waarachtig Evangelie bestaat (Gal. 1:6-9). - We verklaren dat de leer van de toerekening van zowel onze zonden aan Christus als van zijn rechtvaardigheid aan ons essentieel is voor het Bijbelse Evangelie. We verklaren dat door het plaatsvervangend lijden en sterven van Christus onze zonden volledig worden vergeven, waardoor we volledig aanvaard kunnen worden voor God (2 Cor. 5:17-21).
We ontkennen dat we gerechtvaardigd worden doordat de rechtvaardigheid van Christus in ons gegoten is, of door gerechtigheid waarvan wordt gedacht dat zij zich in onszelf bevindt. - We verklaren dat de rechtvaardigheid van Christus waardoor we gerechtvaardigd zijn volledig die van Hemzelf is en dat Hij die zonder ons bewerkstelligd heeft, in en door zijn volmaakte gehoorzaamheid. Deze rechtvaardigheid is ons toegerekend of aan ons toegeschreven door de rechterlijke verklaring van God, als de enige basis van onze rechtvaardiging (Gal. 2:16; Ef. 2:8-9; Tit. 3:5).
We ontkennen dat enig werk dat we doen in welke fase van ons leven dan ook, iets bijdraagt aan de verdienste van Christus of voor ons enige waarde verwerft die zou kunnen bijdragen aan de grondslag van onze rechtvaardiging (Gal. 2:6; Ef. 2:8-9; Tit. 3:5). - Wij verklaren dat de Here Jezus 40 dagen na zijn opstanding lichamelijk is opgevaren naar de hemel, waar Hij Zijn Goddelijke plaats naast de Vader heeft ingenomen en waar Hij pleit voor Zijn kinderen bij de Vader. God de Vader heeft Zijn Zoon Jezus Christus uitermate verhoogd, Hem de naam boven alle naam gegeven en aan Hem alle macht gegeven in hemel en op aarde, waardoor de gehele wereld erkennen zal dat Jezus is Heer.
Wij ontkennen dat andere machten dan Jezus Christus heerschappij en zeggenschap zouden hebben over de hemel en over de aarde. - Wij verklaren dat Jezus Christus op de door God de Vader bepaalde tijd terug zal komen op aarde. Zoals Hij op de Hemelvaartsdag is opgenomen in de hemel, zo zal Hij ook weer terugkomen, waarbij de reeds gestorven gelovigen zullen opstaan en samen met de gemeente van Jezus Christus met Hem verenigd worden voor zijn wederkomst op aarde. (Hand. 1:11, 1 Thess. 4:13-18, 1 Cor. 15:51-52) Wij erkennen dat Jezus Christus zal komen als rechtvaardig Wereldrechter, als rechtmatige Koning, die samen met Zijn heiligen duizend jaar lang als koningen zullen heersen, waarna alle doden zullen opstaan om na het laatste oordeel voor eeuwig met Christus te leven of de tweede dood te ondergaan. (2 Thess. 1:5-10, Openb. 20:4-6, Openb. 20:11-15; 21:5-9).
Wij ontkennen dat de wereld stuurloos aan haar lot is overgelaten, dat alles op toeval berust en dat de wereld in het niets zal verdwijnen. - Wij verklaren dat op de vijftigste dag na de opstanding van Jezus Christus de Heilige Geest is uitgestort in deze wereld, dat de Heilige Geest de derde persoon is van de Goddelijke drieëenheid en dat de Heilige Geest tezamen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt.
Wij ontkennen dat de Heilige Geest niet God is en daardoor geen Goddelijk gezag zou hebben. - We verklaren dat de Heilige Geest in alle gelovigen woont, hen toerust met Zijn onderscheidene gaven en krachten, hen de Christus onderwijst vanuit de Bijbel en alle gelovigen in het proces van heiligmaking gelijkvormig maakt aan het beeld van Christus.
We ontkennen dat gelovigen eerst in hun leven rechtvaardig moeten worden door middel van hun samenwerking met Gods levensveranderende genade, alvorens God hen in Christus gerechtvaardigd zal verklaren. We worden gerechtvaardigd terwijl we nog zondaren zijn. - We verklaren dat verlossend geloof resulteert in heiliging, de verandering van het leven in een toenemende gelijkvormigheid aan Christus door de kracht van de Heilige Geest. Heiliging houdt voortgaande bekering in, een leven waarin de gelovige zich afkeert van zonde en Jezus Christus gaat dienen in een dankbaar vertrouwen op Hem als persoonlijke Heer en Meester (Gal. 5:22-25; Rom. 8:4,13,14).
We wijzen af elke visie op rechtvaardiging die rechtvaardiging afscheidt van onze heiligmakende eenheid met Christus en van onze steeds verdergaande gelijkvormigheid aan zijn beeld, hetgeen plaatsvindt door middel van gebed, berouw, het dragen van ons kruis en het leven onder leiding van de Heilige Geest. - We verklaren dat verlossend geloof inhoudt dat we bewust instemmen met de inhoud van het Evangelie, dat we onze eigen zondigheid en behoeftigheid erkennen, en dat we persoonlijk vertrouwen op Christus en zijn werk.
We ontkennen dat verlossend geloof niet meer is dan een mentale aanvaarding van het Evangelie, en dat onze rechtvaardiging kan worden veiliggesteld door een puur uiterlijke geloofsbelijdenis. Verder ontkennen we dat enig element van verlossend geloof een verdienstelijk werk is of dat we er onze verlossing mee verdienen. - We verklaren dat, alhoewel de ware leer van wezenlijk belang is voor geestelijke gezondheid en welzijn, wij er niet door worden gered. Leer is nodig om ons duidelijk te maken hoe we door Christus kunnen worden gered, maar het is Christus die redt.
We ontkennen dat de leerstellingen van het Evangelie kunnen worden afgewezen zonder dat dat schadelijke consequenties heeft. Ontkenning van het Evangelie leidt tot geestelijk verderf en stelt ons bloot aan Gods oordeel. - Wij verklaren dat Jezus Christus zijn volgelingen opgedragen heeft zich op grond van hun geloofsgetuigenis te laten dopen door onderdompeling om daarmede publiekelijk bekend te maken een volgeling van Christus te zijn. (Matth. 28:18-20, Rom. 6:4).
Wij wijzen iedere vorm van dopen anders dan op basis van een geloofsgetuigenis af als zijnde een Bijbelse doop. - We verklaren dat Jezus Christus zijn volgelingen opdraagt het Evangelie aan alle levende personen te verkondigen, altijd en overal evangeliserend, en gelovigen tot discipelen makend binnen de gemeenschap van de Kerk. Een volledig en trouw getuigenis over Christus houdt ook in: het geven van een persoonlijk getuigenis, een Godvruchtig leven, en handelingen van barmhartigheid en liefdadigheid tegenover onze naaste. Zonder zo’n getuigenis blijkt de prediking van het Evangelie vruchteloos. (Jac. 2:14)
We ontkennen dat het getuigenis dat we geven alleen de grond is waardoor anderen tot geloof in Jezus Christus kunnen komen. Het is God zelf die harten en ogen opent om Hem te leren kennen.